afb. Fotobureau Zuid-Nederland (Johannes Lansdaal, Ht.), 1933
Het steegje Bonte Huid bevindt zich tussen Vughterstraat 244/246 en 248/250. Het is genoemd naar het huis 'De Bonte Huid', Vughterstraat 244. Het hoekhuis op nummer 248/250 droeg de naam 'De Moriaen'. Het is een historisch steegje, vroeger kwam het via een bocht uit op de in 1950 gedempte tak van de Binnendieze, de Parkstroom. Tegenwoordig komt het uit op een binnenplaats en onbebouwd terrein. Het steegje is nu afgesloten door middel van een ijzeren hekwerk. In het steegje hebben cameren gestaan, dat waren zogeheten éénkamerwoningen. In de Bossche stukken komen deze voor het eerst in de 15e eeuw voor. Zij lagen aan steegskes, poortjes en gangskes die aan de straatkant met een houten of stenen poort waren afgesloten. Deze stegen heetten in 's-Hertogenbosch meestal naar de naam van het huis waarachter zij lagen, vaak voorafgegaan door het voorzetsel 'Achter'. Een groot deel van de Bossche bevolking moest het met dit soort krotwoningen doen, vaak tegen woekerhuren. In 1892 vroeg de gemeenteraad voor het eerst om een bouwverordening, teneinde misstanden in de sociale woningbouw tegen te kunnen gaan. De raad was onder druk gekomen door de Gezondheidscommissie, die met harde cijfers had aangetoond dat 's-Hertogenbosch een ongezonde stad was om in te wonen. In 1899 werd besloten om huiseigenaren, met cameren in Achter de Kan en Bonte Huid, aan te pakken om de woningen te verbeteren. Voor het eerst in de geschiedenis van de stad werden twee cameren onbewoonbaar verklaard. |
... Aan de overkant vindt men behalve het Van Sonsstraatje ook nog Achter het Fortuintje, De Bonte Huid, Achter de Klok, Achter de Vergulde Truffel en Achter de Kan, alle genoemd naar op de hoek staande huixen. | 93 |
1998 |
Ton KappelhofHet begin van de krotopruiming 1897's-Hertogenbosch 3 (1998) 106-108 |
1923 | Johannes van Gelder (koopman) |
1928 | A. van Gelder |
1908 | J. Wevers (smid) |
1928 | H. Tiebosch |
1908 | F. van den Bosch (schoenmaker) |
1908 | A.H. van Gelder (koopman) |
1923 | Albertus van Gelder (koopman) |
1928 | A. van Gelder |
1943 | A. van Gelder (koopman) - A.J. van Gelder (koopman) - L.J.M. van Gelder (koopman) |
1923 | Henricus Broecks (sigarenmaker) |
1928 | H. Broecks |
1928 | J.W. van de Heijden |
1943 | A. Libregts (los arbeider) |
1923 | Johannes van den Bosch (stoker gasfabriek) |
1928 | J.W.H. van de Heijden |
1923 | Hendricus J. Claassen (sigarenpakker) |
1928 | H.J. Claassen |
1943 | H.J. Claassen (sigarensorteerder) |
1928 | J.J. van Lent |
1943 | wed. A.G. van Gestel-van Hommelen |
1908 | A.H. van Gelder (koopman) |
1928 | wed. J.A. Wevers |
1923 | Gerardus van Gelder (koopman) |
1928 | G. van Gelder |
1923 | Johannes van Drunen (metselaar) |
5211 GP 1..1
1909 : rechts 1..13, links 2..16 1928 : rechts 3..13, links 4..16
J.J.M. Franssen, De Bossche arbeider in zijn werk- en leefmilieu in de tweede helft van de negentiende eeuw XXXIV (1976) 357